De markt van vandaag kent zowel DLP- als LCD-projectoren, maar de technologie die ze beide gebruiken maakt ze verschillend. De verschillen tussen DLP- en LCD-projectoren zijn de verschillende manieren waarop het beeld wordt geprojecteerd met behulp van een lamplichtbron.
LCD-projectoren geven beelden weer door middel van rode, blauwe en groene stralen die door afzonderlijke LCD-panelen gaan. Deze stralen worden vervolgens gecombineerd met behulp van een dichroïsch prisma om het beeld door een lens te projecteren.
DLP-projectoren gebruiken geen LCD-panelen maar een DLP-chip. DLP-chips gebruiken duizenden kleine spiegeltjes om licht door een lens te weerkaatsen. Het licht gaat door een kleurenwiel dat het licht in de juiste kleuren weergeeft, en vervolgens door de lens om het beeld te projecteren.
LCD- en DLP-projectoren hebben beide hun voor- en nadelen vanwege hun technologie voor het projecteren van een beeld.